Wedstrijdreglement 60+

Wedstrijdreglement 60+ wedstrijden.

1. Er wordt gevist op witvis zoals: voorn, brasem, bliek, karper, winde, baars en zeelt. Dus snoek, snoekbaars en paling tellen niet;
2. Het peilen voor de wedstrijd is toegestaan, maar na het peilen moet het vistuig uit het water worden gehaald;
3. Het vistuig moet bestaan uit een hengel, een tuig met dobber en één haak. Er mag niet op zink worden gevist. Deze hengel mag niet langer zijn dan 11,0 – 11,5 meter en niet voorzien zijn van een opwindmechanisme. Het cuppen tijdens de wedstrijd is toegestaan mits dit niet gelijktijdig gebeurt met het vissen (dus maar met één hengel iets doen);
4. Zorg voor een niet stalen leefnet, van minimaal 3 meter lang, met een Ø van minimaal 40 cm. De gevangen vis moet je daarin bewaren tot dat het gewicht van de gevangen vis door de wedstrijdcommissie is vastgesteld;
5. Aas en voer is naar eigen keuze, uitgezonderd aardappelen, verse de vase en gekleurde maden. De controleur is bevoegd om het voer en aas te controleren;
6. Na het beginsignaal mag men voer zetten (bijvoorbeeld 3 à 4 ballen). Tijdens de wedstrijd mogen kleine hoeveelheden worden bijgevoerd, gooi dus geen grote ballen!. Voer niet meer dan beslist nodig is;
7.Vis die voor of na het begin- of eindsignaal gevangen wordt telt niet mee. Bevindt zich echter een vis tijdens het eindsignaal aan uw tuig, dan telt deze nog wel mee;
8. Bij onweer de wedstrijd stilleggen en indien mogelijk later hervatten, lukt dit niet: wedstrijd staken. 
Om de wedstrijd te laten gelden moet er minimaal 50% van de wedstrijd gevist zijn, zo niet de wedstrijd (indien mogelijk) over vissen. Tussentijdse beëindiging en herstart wordt aangegeven met het zelfde signaal als de start en einde van de wedstrijd; 
9. Het is verboden, om na de wedstrijd het over gebleven voer en/of aas in het water te gooien. Dit op straffe van diskwalificatie;
10. Om in de uitslag van het eind klassement van de 60+ competitie te kunnen voorkomen, dient men minimaal acht wedstrijden te hebben gevist. Dit betekent dat van de tien competitiewedstrijden er twee gemist mogen worden. Bij voldoende deelname, minimaal zeven deelnemers per vak, zal in vakken worden gevist, tussen de vakken worden altijd tenminste één, als het mogelijk is, twee slaapplekken gehouden;
11. Het eindklassement bestaat uit het totaal (de minste) aantal punten, bij een gelijk aantal punten, zal het totale gewicht van de gevangen vis over de acht beste (punten) wedstrijden bepalend zijn voor de winnaar. Indien men negen wedstrijden heeft gevist, vervalt de wedstrijd die niet is gevist en de wedstrijd met het slechtste resultaat;
12. De toewijzing van de punten: het is de bedoeling om het minste aantal punten te verzamelen. Het vast stellen van de punten is gekoppeld aan het gevangen gewicht. De winnaar van een vak krijgt 1 punt, nr. 2 krijgt 2 punten enz. 
Als bv in een vak 14 vissers hebben gevist en 8 vissers vis hebben gevangen, krijgen de overige 6 vissers alle 12 punten toegewezen.(berekening volgens topcompetitie 14+9=23:2=11,5 afronden naar boven geeft 12 punten). Een visser die niet aanwezig is bij een wedstrijd krijgt 14 + 1 punten voor deze wedstrijd;
13. Mocht bij toekennen van prijzen blijken dat meerdere deelnemers een gelijk aantal punten als mede het zelfde gewicht hebben gevangen, dan beslist het lot;
14. De prijzen moeten persoonlijk afgehaald worden tot 1 uur na de wedstrijd. Niet afgehaalde prijzen vervallen aan de vereniging.
15. Voor het laatste eindsignaal stoppen betekent diskwalificatie. Indien men niet bij de prijsuitreiking aanwezig kan zijn, dient men zich voor de aanvang van de wedstrijd af te melden bij de wedstrijdcommissie;
16. Bij het niet nakomen van het reglement, kan door de wedstrijdcommissie diskwalificatie volgen;
17. Voor zover dit wedstrijdreglement niet voorziet, beslist de wedstrijdcommissie;

ALLE GEVANGEN VIS MOET WORDEN TERUGGEZET